WONEN IN ITALIË – Kleine vreugden

Het fijne van gepensioneerd zijn, is behalve dat je geen stress en geen vergaderingen meer hebt, dat je meer aandacht kunt besteden aan de kleine geneugten van het leven.

Neem nu mijn nieuwe tuintafel en bankje. Vroeger zou ik die tussen de bedrijven door even bij een winkel hebben opgehaald en snel in m'n tuin hebben neergezet. Nu was het een heel project.

Ik dacht op een dag: waarom zou ik een nieuwe tuintafel met bijbehorend bankje weer bij Grancasa of Ikea gaan kopen terwijl ik hier tegenover me een timmerman heb wonen?

Vol enthousiasme ging Guglio aan de slag en op een dag toonde hij me trots het resultaat. Een stoere tafel van blank hout met mooi vormgegeven stevige poten. Omdat het wel een beetje zijn kindje was, bleef hij zich met de tafel bemoeien. Voordat ie aan regen en zon blootgesteld zou worden, moest ik hem beslist eerst beitsen. Nou dat was geen probleem. Even de kwast erover en klaar.

Maar nee, ik maakte me er te gemakkelijk vanaf, het moest wel een 'buon lavoro' worden. Hij zou de meubels demonteren en een schragentafel bij mij neerplanten zodat ik ieder onderdeel daarop kon leggen en kon verven. O nee, dacht ik, dat wordt een hele toestand om niks.

Ik overtuigde hem dat hij het pronkstuk niet uit elkaar hoefde te halen want dat ik het ook heel nauwkeurig zou kunnen schilderen. En het was ook in één ochtend gebeurd. Om geen stukje over te slaan, ben ik op zeker moment onder de tafel gaan liggen en heb half onder het bankje rondgekronkeld maar uiteindelijk zag het er pico bello uit.

Toen Giuglio het tuinmeubilair op z'n plaats kwam zetten, viel het hem geloof ik alles mee. Tenslotte zette ik een leuke ronde schaal met bloemen op de tafel neer. "Daar moet je wel iets onder zetten hoor" maande hij me. Dus was ik even later het hele huis aan het afzoeken naar een soort plastic onderzetter.

Deze eerste week na mijn terugkeer uit Nederland ben ik veel thuis geweest want de darmproblemen zijn nog steeds niet over. Dinsdag ook maar eens hier de dokter opgezocht. Ik moest twee uur wachten want het halve dorp zat op de binnenplaats voor de spreekkamer.

Tot twee keer toe stormde de dokter de spreekkamer uit en rende naar de piazza waar iemand blijkbaar nog harder medische hulp nodig had. "Ik kom zo terug hoor!" riep hij de goegemeente toe.

Even later onderzocht hij m'n buik, nam m'n bloeddruk op en controleerde het zuurstofgehalte in m'n bloed. Alles was in orde. Net als de huisarts in Nederland schreef hij me geen medicijnen voor.

Ik moet het doen met zogenaamde 'fermenti lattici' iets van bacteriën die je iedere dag inneemt en die de darmflora weer tot bloei moeten brengen. En ik gooi er zelf ook nog een Yakult achteraan.

Hij dacht dat het nog wel een dag of tien kan duren voordat ik ervan af ben.

Toen ik klaagde dat ik die thee zo zat was, zei hij: "Eén biertje mag je wel drinken hoor". Diezelfde middag klokte ik een heerlijke Leffe naar binnen. Maar ik moest het bezuren. Ik had een heel onrustig nachtje zal ik maar zeggen. Dus toch nog maar even geduld.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.